PVRIS verovert de Melkweg opnieuw en opnieuw
Stel je voor: het is 2007 en je ziet een band als Paramore tegen het einde van hun All We Know Is Falling tour. Je ziet een band waarbij je meteen denkt: “die zouden wel eens de hele wereld kunnen veroveren”. Zo voelt het om op de zonnige woensdag 10 mei PVRIS in de Melkweg zien op te treden als een van hun laatste shows van de White Noise cyclus. Voor het derde jaar op rij zijn de heren en dame er weer bij om de alsmaar groeiende Nederlandse fanbase te laten zien waar ze het beste in zijn: elektronische popmuziek met een flinke dosis rock. Het aankomende album All We Know Of Heaven, All We Need Of Hell ligt al op de loer en de eerste vruchten daarvan worden al toegevoegd aan de live set.
Maar voordat PVRIS het podium van de grotere The Max betreedt, laten ze het eerst nog over aan PRIDES om het publiek op te warmen. Het duo – hier als drietal – slaagt daar aardig in. In het publiek, bestaande uit jongeren/jongvolwassenen voor zo’n 90%, worden er nog maar weinig handen de lucht in gestoken op de vraag wie er al eerder van de band gehoord heeft. De dansbare The 1975-achtige muziek zorgt er wel voor dat een behoorlijk groot gedeelte van de zaal in de handjes klapt, de dansschoenen aantrekt en de nieuwkomers krijgen zelfs al de voetjes van de vloer. Nummers als “Out Of The Blue” en de nieuwere “Away With The Night” doen het erg goed. Vergeleken met de bands waarmee PVRIS normaal op tournee gaat door de rest van de wereld is PRIDES misschien niet de allerbeste band op een show mee te openen, maar warm wordt het zeker in de Melkweg.
Vervolgens na lang wachten is het tijd voor de headliners. Het drietal (viertal als je tourdrummer Justic Nace meetelt) is alles behalve onbekend voor het Nederlandse publiek en de band onder leiding van frontvrouw Lynn Gunn wordt onder luid gejoel het podium op verwelkomd, terwijl ze hun set openen met de track “You & I”. De zangeres begint aan de zwakkere kant, maar de stemming komt er snel in zodra het publiek als geheel het refrein meezingt. Met “Fire” en “Mirrors” laat de band de rock-kant van zichzelf zien en krijgt de setting een wat donkerdere sfeer. Lynn, als beeldschone broccoliwerpster, eist veel aandacht op en de ogen zijn daarom ook vooral op haar gericht gedurende de hele show. De “akoestische” tracks, “White Noise” en “Ghosts”, zijn een uitstekende manier voor de band om hun softere, gevoelige kant te laten zien, en vanaf deze tracks begint de zangeres echt uit te blinken.
Met zoveel muzikaliteit zou je bijna vergeten dat de leden van PVRIS ook maar gewoon mensen zijn, en die menselijke kant laten ze juist zien tussen de nummers door. De zangeres gaat heel relaxt in contact met de zaal alsof er geen duizend mensen recht voor haar neus staan. Tijdens deze tussenstukjes wordt het publiek getrakteerd op enkele leuke fragmenten, zoals de hierboven benoemde verdwenen broccoli, en kondigt de band aan in november terug te zullen keren. (Vrijdag 17 november in Utrecht om precies te zijn.)
Terug naar de muziek: door de twee rustige tracks valt het op dat de show langzaam een beetje verslapt, maar zodra de hele band weer terug op het podium is om “Smoke” te spelen, is het energielevel meteen weer terug naar normaal. Na “Smoke” ontvangt het Nederlandse publiek een speciale verrassing, namelijk een nieuw nummer genaamd “Half”, dat zal verschijnen op het aankomende album dat in augustus pas uitkomt. Het is een energiek nummer en de voetjes raken meteen van de vloer. Met de gevoelige “Eyelids” en de dikke hit “St. Patrick” sluit de band het eerste gedeelte van de set af. Vervolgens komt de band, nadat het podium eventjes omgebouwd wordt, weer terug om een prachtige verlengde versie van de nieuwste single “Heaven” te spelen. Lynn neemt hiervoor plaats achter de piano, en het publiek zingt het nummer in volle borst mee. Tenslotte wordt de show afgerond met de onmisbare track “My House”, waarbij de band voor een laatste keer laat zien hoeveel rock ze in zich hebben.
PVRIS zet wederom een dikke voetafdruk neer op de Melkweg met deze show, en het is er weer eentje om over naar huis te schrijven. Over een jaar of tien zijn de dame en heren een album of vier verder en touren ze, net als bands als Paramore dat nu doen, alle arena’s van de wereld af. En dan kun je zeggen dat je er al vanaf het begin bij was.
Omslagfoto: Verine Letitre