Of Monsters and Men in De Oosterpoort
Afgelopen vrijdag stond het uit IJsland afkomstige vijftal Of Monsters and Men, ook wel OMAM, in de Oosterpoort te Groningen. De band is druk bezig met een grootschalige wereldtour om hun laatste release te vieren. Het album Beneath The Skin werd afgelopen juni uitgebracht.
In de goed gevulde Oosterpoort is het aan Mammut, ook uit IJsland, om het publiek in de juiste stemming te krijgen. De band maakt nummers in hun moedertaal en dat maakt het lastig om te volgen. In het eigen land is men behoorlijk bekend en won het zelfs in 2014 een drietal Islandic Music Awards waaronder: Best Album en Best Song. Of het allemaal kan bekoren is echter zeer de vraag. Zangeres Katrina doet absoluut haar best, maar krijgt het niet voor elkaar om het publiek echt enthousiast te krijgen. Daarbij komt ook nog eens dat de overige leden erg ongeïnteresseerd overkomen. Nee, de alternatieve indie post-punk komt in Groningen niet echt uit de verf.
Aan professionaliteit ontbreekt het niet bij OMAM wanneer de roadies alles gereed maken. Omstreeks 21:00 uur wordt het licht gedoofd en stapt het vijftal samen met nog eens vier muzikanten het podium op. De band trapt af met een nieuwe track genaamd “Thousand Eyes” waarna “Empire” wordt ingezet. Door de jaren heen is de band behoorlijk in sound veranderd. De muziek doet denken aan een mengeling van Mumford & Sons, The Boxer Rebellion en Blaudzun. De indiefolk van voorheen is nog wel de basis van vele nummers, maar er is ruimte voor veel meer gelaagdheid. Hierdoor is er sprake van soundscapes die door de extra muzikanten ook live overeind blijven staan. Bewonderenswaardig is het te noemen dat iedereen op het podium meerdere instrumenten kan bespelen.
Na bijna ieder nummer wordt er wel van instrument gewisseld, maar erg lang duurt dat nergens waardoor de show niet tot stilstand komt. Alles lijkt tot in de puntjes te zijn verzorgd en afgestemd op het juiste moment. Dat is helaas ook waar het minpunt ligt van OMAM. De avond wordt nergens echt spannend en ook de behoorlijke lichtproductie krijgt dat niet voor elkaar. Verder worden de nummers gespeeld zoals ze op de platen zijn gedrukt. Er is eigenlijk geen plaats voor muzikale vrijheid en dat is jammer. Alleen tijdens de hit “Little Talks” is er even sprake van publieksparticipatie, maar ook die improvisatie zal er iedere avond zijn. Daarnaast zijn zanger Ragnar en zangeres Nanna ietwat verlegen waardoor zij het geheel ook niet helemaal kunnen dragen.
Aan de andere kant kun je zeggen dat de band juist dichtbij zichzelf blijft en geen overdreven act op voert. Ook vocaal komen de stemmen van beiden erg mooi uit. Het oogt als een sympathieke groep muzikanten die hun liedjes met verve ten gehore brengen. “Crystals”, “I Of The Storm” en “Human” zijn stuk voor stuk sterke liedjes met een doordachte opbouw. Het kleine “Organs” wordt door Nanna solo en akoestisch vertolkt. Zowel op zang als op uiterlijk gebied lijkt ze wat weg te hebben van landgenoot Björk. De avond wordt afgesloten met “We Sink” waarna de band toch enthousiast wordt bedankt door het aanwezige publiek. Blijkbaar is men op de hoogte van wat je kan verwachten bij een OMAM show. In ieder geval geen enerverende rock show met allerlei toeters en bellen, maar wel een avond met voortreffelijke muzikanten en dynamische indie-folk met hier en daar een rock knipoog.