Interview: The Used

Interview: The Used

Maandag 12 november trad The Used op in Tivoli in Utrecht. Wij spraken frontman Bert McCracken en bassist Jeph Howard voor het optreden over touren, albums en andere willekeurige ongein.

Hoe gaat de Europese tour tot nu toe?
Bert: “Goed, we zijn net klaar met de shows in Engeland met Evanescence, wat heel gaaf was, we hebben voor zo veel mensen gespeeld. Ook hebben we op de eerste Warped Tour in Londen gespeeld, dat was ook heel erg gaaf, maar voornamelijk zijn we ontzettend enthousiast dat we nu onze eigen tour kunnen headlinen, en shows voor specifiek onze fans geven.”

Wat was het leukste van deze tour tot nu toe?
Bert: “We hebben op Wembley mogen spelen. In een arena spelen is echt soort een iconisch moment voor een band, denk ik.”

Jeph: “Ja, voor iedere band wel. Het voelde geweldig om daar te spelen, we moesten dan wel openen- we openden niet hè? We moesten… Tweedsten,” lacht hij, “Dat was echt het gaafste optreden tot nu toe.”

Bert: “Maar het was niet intimiderend. Het voelt op het podium eigenlijk altijd hetzelfde, wij met zijn vieren en onze instrumenten. Het is zenuwslopend om voor 500 tot 1000 man te spelen, maar voor 10.000…”

Jeph: “Als je eenmaal voorbij een bepaald aantal mensen komt, dan maakt het niet meer uit. Dan kunnen het er 5000 of 10.000 zijn, maar dat maakt geen verschil meer.”

Wat is de beste herinnering van alle tours?
Bert: “Er zijn zo veel speciale momenten geweest sinds we met de band zijn begonnen. Zoals de eerste keer dat we naar Londen kwamen om op te nemen in de Olympic Studios, waar Jimi Hendrix, The Who, The Rolling Stones en The Beatles ook hebben opgenomen, dat was geweldig, en sindsdien zijn er zo veel bijzondere momenten geweest. Bijvoorbeeld de eerste keer dat we naar Maleisië gingen, of naar Indonesië, de Filipijnen, Australië of Zuid Afrika. De eerste keer in Nederland was geweldig. We speelden in de Melkweg, en toen we begonnen met het optreden bleken de gitaren anders gestemd te zijn. Halverwege het nummer moesten we stoppen en de set overnieuw beginnen, dat was onze slechtste show ooit. ”

Jeph: “De eerste keer dat je ergens heen gaat is in elk opzicht heel extreem, met Nederland is het gaaf om te herinneren dat je daar dan stond met je gitaar, OEPS….”

Bert: “De hele wereld over reizen om op te treden is zo cool, het is echt een droom die uit komt. Ik groeide op met het idee in mijn achterhoofd dat dit is ik dit ging doen, dat dit was waar ik mijn geld wou mee verdienen en dat ik met niets minder genoegen zou nemen. Dus dat we dit daadwerkelijk kunnen doen is aan de hele kant heel surrealistisch, maar aan de andere kant voelt het ook alsof het zo hoort, dit is gewoon wat we doen.”

Jeph: “Er is niets dat beter is dan dit, en om overal waar je komt een beetje cultuur mee te krijgen. Wat je ook over de cultuur leest in boeken of op het internet, je kan het eigenlijk niet echt begrijpen tot je er bent.”

Bert moet lachen en vraagt: “Lees jij?”

Jeph: “Nee, dat is het probleem, daarom is het zo moeilijk. Zonder plaatjes begrijp ik het niet.”

Ze moeten lachen, en terwijl Bert een blikje Red Bull open maakt gaat hij verder. “Ik vind optreden in Australië heel erg leuk. De mensen zijn heel relaxed, het weer is mooi, elke plek waar je komt is mooi, en ze hebben een heel ontspannen cultuur. Ze hebben eigenlijk pech dat ze zo ver weg zijn van de rest van de wereld. Ik bedoel, jullie krijgen hier waarschijnlijk niet zo veel buitenlandse bands, maar voor de bands zelf in het speciaal is het moeilijker om naar Australië te gaan dan naar Europa.”

Jeph: “Ik vind Zuid Oost Azië altijd heet gaaf, en Japan natuurlijk. Je kan niet niet van Japan houden.” Als ik vraag waarom hij Japan in het speciaal zo leuk vindt, kijkt hij me half verbaasd aan, “Ben je in Japan geweest? Ga erheen en vraag het me dan nog een keer,” zegt hij lachend. “In Japan kan je alles wat je wil krijgen op elk moment, het beste eten dat je ooit zal krijgen, iedereen is super aardig, waar je ook bent. Het is zo’n cultuur schok, alles is zo georganiseerd, schoon en mooi. Het is ontzettend anders, dat is de beste manier om het te beschrijven. Tussen de nummers door praat het publiek daar bijvoorbeeld niet.”

Bert: “Ja, ze gaan helemaal uit hun dak als je aan het spelen bent, en tussen de nummers door is het helemaal stil. Je kan een speld horen vallen.”

Jeph: “Het is bijna een ongemakkelijke stilte, maar eigenlijk heel cool, want ze willen echt horen wat je zegt. Ze zijn daar om JOU te zien.”

Waar zouden jullie nog meer willen optreden?
Ze beginnen meteen een lijst op te noemen, “Alaska, India, Turkije, Egypte, Hong Kong, Beijing, Vietnam, Iran, Irak, Koeweit,”

Bert: “Eigenlijk elk Zuid Oost Azisch land waar we nog niet hebben gespeeld.”
Jeph: “Waar dan ook in het Midden Oosten zou tof zijn. In Afrika ook. We hebben in Zuid Amerika gespeeld, maar de rest van Afrika is zo groot, er is daar nog zo veel meer. Kenia, bijvoorbeeld…”

Bert giechelt, “Ik denk niet dat ze daar concerten hebben.”

Jeph: “Nou, Egypte is deel van Afrika.”

Bert: “Ja, maar dat is helemaal in het noorden. Als je denkt aan Afrika, dan denk je aan zand en hutjes, dan ga je geen plek kunnen vinden om in de pluggen.”

Jeph: “In een woestijn optreden zou cool zijn.”

Bert: “Een klein gat in de grond vinden om in te pluggen, haha.”

Wat kunnen we na vijf studio albums binnenkort van jullie verwachten?
Jeph: “We brengen eerst een re-issue van Vulnerable uit, een dubbel CD met de originele nummers die op Vulnerable staan en tien nieuwe nummers, bestaande uit B-kanten en remixen. Ook gaan we een DVD uitbrengen over twaalf jaar van The Used, over alles wat we hebben meegemaakt en de mensen die het met ons hebben meegemaakt, en alles wat gaandeweg gebeurd is. Hopelijk gaan we daarna terug de studio in, ergens volgend jaar,”

Jeph kijkt vragend naar Bert, die ook een duit in het zakje doet. “Ja hopelijk ergens voor de zomer om een EP’tje op te nemen. We weten nog niet wanneer ons volgende studio album uit gaat komen, er is nog niets vastgelegd.”

Wat is de inspiratie voor de nummers?
Bert: “Het leven in het algemeen, niets in het specifiek. Er kunnen verschillende dingen gebeuren op één dag die je kunnen inspireren, dat kan eigenlijk alles zijn. Hoe je je die dag voelt, een boek, een gesprek met een vriend, een film, een lied, een maaltijd…”

Jeph, die druk bezig was een citroen te persen voegt lachend toe; “Een citroen!”

Bert: “Het kan echt iets specifieks zijn of alles bij elkaar. Inspiratie komt overal en nergens vandaan. De nummers beginnen altijd met een zaadje van een idee dat een beetje verzorgd moet worden en moet groeien. Soms begint het met een stuk tekst, soms heeft Jeph een baspartij of werken we samen aan een baslijn, soms begint het met een drum beat, en soms is het een gitaar rif, het kan echt overal mee beginnen.”

Met wie zouden jullie nog willen werken?
Jeph: “Met de artiest die voorheen bekend was als het symbool dat bekend was als Prince.”

Bert: “Oh, ik zou heel graag met Prince willen werken. Of met Rivers Cuomo van Weezer, en we hebben het gehad over een samenwerking met Dave Grohl. Oh en DMX!”

Jeph: “Sowieso met Outkast.”

Hoe was de samenwerking met producer John Feldmann? (Die heeft alle albums van The Used behalve Artwork geproduceerd)
Bert: “John is echt een deel van de familie geworden. We kennen hem al zo lang, hij heeft zeker een groot aandeel gehad in ons uit Utah krijgen en heeft ons geholpen met het vinden van een manager en een platen maatschappij. Met hem samenwerken is vrij makkelijk, en dat we ideeën kunnen uitwisselen en uitwerken en in praktijk brengen in de studio zorgt ervoor dat het proces van een album opnemen minder moeilijk verloopt. Gaandeweg is hij een goede vriend en vertrouwenspersoon geworden.”

Jeph: “Een minotaurus. Als een mentor met een stierenkop,” lachen ze.

Artwork is geproduceerd door Matt Squire. Hoe zit dat dan?
Bert: “We hadden al drie albums met Feldmann opgenomen, dus we wilden het met Artwork anders aanpakken en buiten de lijntjes denken. Matt Squire werd ons aangeraden door de platenmaatschappij. Het was fijn, hij is heel ontspannen en kalm en liet ons doen wat we wilden doen.”

Wat is jullie favoriete nummer van Vulnerable?
Bert: “Ik hou van Together Burning Bright. Wat je ook meemaakt, het weten dat er morgen weer een dag is, is ontzettend belangrijk voor mij. Thematisch gezien is het refrein ook een beetje een apocalyptisch op die manier. Live vind ik Give Me Love en Put Me Out heel fijn. Trouwens, live heb ik een nieuwe liefde gevonden voor Put Me Out. De manier waarop het ‘bounces and flows’ in het begin, en doordat ik live de lagere octaaf van het couplet zing, creëert dat een sprong naar de bridge en explodeert het meer in het refrein. Dat is een geweldig gevoel. Ik geloof dat we Together Burning Bright maar één keer hebben gespeeld, en dat werd heel raar ontvangen. Het is een van die nummers die of geweldig live kan zijn, of…”

Jeph vult het voor hem in: “Hoe meer mensen het lied kennen, hoe beter het nummer live is. We hebben het misschien iets te vroeg gespeeld.”

“Ja, ongeveer twee uur nadat het album was uit gekomen,” lacht Bert.

Wat is het verhaal achter Vulnerable?
Bert: “Op dat moment moest ik veranderen in mijn leven. Ik ben altijd iemand geweest die focust op de positieve dingen, ik ben heel vrolijk en positief, maar ik heb een ongeluk gehad waarbij ik van het podium viel. Dus voor mij stond en staat het album voor het terug klimmen naar de positie waar ik me weer comfortabel voel bij mezelf, en weer durf te dromen ongeacht de consequenties. Het woord vulnerable heeft een beetje een negatieve ondertoon, maar je kan het ook opvatten als je leven met een open hart leiden, bijvoorbeeld verliefd worden, of solliciteren naar die nieuwe baan of carriere, of de ballen hebben om creatief te zijn en jezelf blootstellen.

Jullie zijn de headliners van de Take Action Tour voor het It Gets Better Project. Waarom vinden jullie het belangrijk om hier aan mee te doen?
Bert: “De Take Action tour bestaat al een tijd, en wie de headliner is van de tour mag het goede doel kiezen. Het It Gets Better Project gaat me aan het hart, aangezien ik gepest ben als kind, ik werd uitgescholden voor homo en meer verschrikkelijke dingen. In mijn hart voel ik dat iedereen het recht heeft om te houden van wie ze houden, en dat is ontzettend belangrijk. Er mensen zijn die daar anders over nadenken, en vinden dat er een limiet aan liefde is, dat is ontzettend triest.”

Jeph: “Als jezelf zijn een probleem is.”

Bert: “Voor ons is het idee achter het It gets Better project dat we altijd onszelf zijn geweest en dat we geluk hebben gehad dat we niet naar huis hoeven om een normale baan te hebben, gewoon omdat we onszelf en eerlijk zijn geweest. Ik vind dat iedereen die vrijheid zou moeten kunnen voelen en zich tegenover niets of niemand hoeven verantwoorden, zeker als het gaat over van wie je houdt. Amerika is een beetje fucked up wat dat betreft. Bij Wembley hadden we zelfs een meisje die op het podium haar vriendin ten huwelijk vroeg, daar hou ik van. Dat maakt het zo’n speciaal en monumentaal evenement, en dat zal je nooit meer vergeten. Plus, dan heb ik dat evil stemmetje in mijn achterhoofd dat zegt “we hebben net twee fans voor het leven gemaakt”, van “yup, zij gaan het nieuwe album kopen!” lacht hij. “Nee maar het is een heel speciale ervaring, en dat voel je ook aan het publiek.”

Lees hier onze review van het optreden die avond.

Tekst en interview door Kim Maasdijk en Ronald Mansveld.

Verstuur met WhatsApp

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws over je favoriete bands!

Volg DutchScene op Instagram, X of Facebook!

Sluit inlogvenster
Beveiligde Verbinding Beveiligde verbinding