Review: Anton Corbijn – Inside Out
Als de naam Anton Corbijn geen belletje doet rinkelen, zijn het zijn foto’s wel. De Nederlander (Strijen, 20 mei 1995) heeft misschien wel alle grootheden, in voornamelijk de muziek, op foto vastgelegd. David Bowie, Herman Brood, Joy Division, U2, Metallica en de Bee Gees – dit rijtje is slechts een korte samenvatting.
Naast wereldwijd succesvol fotograaf is Corbijn ook regisseur van videoclips (de ‘alternative video’ van Coldplay’s Viva La Vida is hier een redelijk recent voorbeeld van) en heeft hij tot nu toe twee films geregisseerd: Control, in 2007, gebaseerd op het leven van Joy Division-zanger Ian Curtis, en in 2010 volgde The American met in de hoofdrol acteur George Clooney.
De afgelopen vier jaar heeft regisseuse Klaartje Quirijns bijna niet van Corbijns zijde afgeweken, wat resulteert in een bijzondere documentaire die nu in verschillende, wat kleinere zalen (dus niet bioscopen als die van Pathé) te zien is: Inside Out.
Inside Out is een afwisseling: zo opent Corbijn een eigen tentoonstelling in aanwezigheid van koningklijk gezelschap, en het andere moment ligt hij op de bank in zijn appartement voor zich uit te kijken.
Voordat ik de documentaire had gezien, vond ik Corbijns fotografie al heel erg bijzonder, maar het ‘kijkje achter de schermen’ en, nog belangrijker, een kijkje in zijn hoofd en gedachten, heeft ervoor gezorgd dat ik het nog meer ben gaan bewonderen. De documentaire doet precies wat hij moet doen: de 90 minuten durende film geeft een nog niet eerder vertoond inzicht in zowel Corbijns persoonlijkheid als zijn werkwijze.
Zelf vertelt in de film: wat hij negatief aan zichzelf vind als persoon, of wat hij fout doet, probeert hij in z’n fotografie te compenseren. Het voelt voor mij alsof hij continu blijft zoeken naar erkenning, maar om dat te krijgen moet hij er veel voor opgeven en is een bepaalde eenzaamheid haast genoodzaakt. Iets waar Corbijn geen moeite mee heeft: zo is hij opgegroeid (en misschien wel zelfs opgevoed), hij weet niet beter, hij wílt niet beter. Hij ziet zichzelf als een loner en vindt het prima.
Dat is ook meteen de reden dat zijn foto’s zo ‘captivating’ zijn: er zit een diepere laag onder de oppervlakte ervan. Het zijn niet supersterren die worden vastgelegd, het zijn gewone mensen. Met gevoelens en emoties, met dingen die ze willen zeggen, of liever juist voor zichzelf houden. De eigen emoties die Corbijn zo probeert te onderdrukken en te verbergen, komen juist in zijn fotografie zo bizar goed naar voren.
Het was trouwens ook heel bijzonder om te zien hoe erg zijn afkeer voor werken met hedendaagse technologie is: als hij een foto maakt met een compactcameraatje moppert hij erom, en bij de nabewerking van zijn analoog gemaakte foto’s is het niet Corbijn die achter de computer zit, maar een ander (ook wat jonger) iemand is in Photoshop aan het werk en krijgt af en toe aanwijzingen van de fotograaf á la “kan je dit wat donkerder maken?”.
Al met al vond ik het een superinteressante documentaire, al was het wel een beetje apart om te zien dat hij communicatief helemaal niet zo sterk is (dat komt ook door die eenzaamheid) terwijl hij zó’n wereldwijd bekende – visuele artiest is, dat had ik niet verwacht.